Westzeedijk 238 • 3016 AN Rotterdam • 010-4367699 • mail@antenna-men.com

 
Redactionele vormgeving, beeldresearch, lithografie, drukwerkproductie
Paperback, 17 cx 24 cm - 256 pagina’s - Auteur: Paul Groenendijk
ISBN: 978-94-92881-53-3 - 
€ 24,95
order the book
 
De verhalen achter de befaamde hoezen en de ontwerpers. Een verrassende en interessante combinatie van hoge en lage cultuur: van Pink Floyd tot het Pelgrimskoor. Hier staan ze gebroederlijk naast elkaar: Led Zeppelin en Le Corbusier, Antoni Gaudí en Gloria Gaynor, Oscar Niemeyer en Henk Numeijer. Met vele onverwachte ontmoetingen. Wat doet Ria Valk in het plan Van Gool, wat heeft Gerrit Rietveld met The White Stripes, wat doet Bløf voor Radio Kootwijk? En waarom zijn er zoveel hoezen met Rotterdam en Rotterdamse gebouwen?
In 2021 Paul Groenendijk put on a great exhibition at OMI Rotterdam, of record sleeves that featured Modernist architecture and design. We were very jealous, because it looked a great exhibition, but sadly couldn’t travel over to see it. However they produced a fantastic book to go with the exhibition. It is jam packed with hundreds of record sleeves and a variety of essays. Sadly for us non Dutch speakers though - all the essays are in Dutch. Its still a great book though and worth it for the pictures (if you can’ t read Dutch!)
(The Modernist)
De moderne stad en het stadsleven zijn vaak het onderwerp van een platenhoes. Zoals Berlijn, Eindhoven, Londen, Parijs, Pyongyang, Rijswijk en Sydney. New York is de onbetwiste koploper, met de skyline en de Brooklyn Bridge als terugkerend beeld. Fotomontages, tekeningen en collages van New York bieden een beeld van de stad, met onverwachte perspectieven op de architectuur. Het Nederlandse equivalent is Rotterdam; kerkkoren en rockbands vinden hun weg door de hedendaagse stad.
De variatie aan thema’s is groot, net zoals de diversiteit in het ontwerp van de platenhoes. Klassiekers zijn de (uitklap)hoezen van het Londense Hipgnosis, eigenzinnige en innovatieve ontwerpen. Op de hoes van Quatermass vliegen er pterodactyls tussen de glasfaçades van kantoren en op Animals van Pink Floyd hangt een opblaasvarken boven Battery Power Station.
Artiesten ontwerpen soms ook hun eigen hoes, zoals het Berlijnse Ceeys die met hun hoezen een hommage brengen aan de Oost-Duitse plattenbau en Alex Turner (Artic Monkeys) die zelf een maquette ontwierp voor de hoes van Tranquility Base Hotel & Casino, geïnspireerd op de film 2001: A Space Odyssey.
Architektur ist verstummte Tonkunst, schreef Wolfgang Goethe. Architectuur is versteende muziek. In het Engels klinkt het nog beter: frozen music. Op de hoes van Musique pour une architecture, met muziek opgenomen in de Notre Dame du Haut in Ronchamps van Le Corbusier, staat het nog explicieter: Architecture et musique, c’est un pléonasme. En de gezaghebbend architectuurcriticus Charles Jencks formuleert het zo: As abstract art forms based on rhythm, proportion and harmony, architecture and music share a clear cultural lineage.
Muziek is om naar te luisteren en nauwelijks te exposeren of in een boek te beschrijven. Een afgeleide vorm van muziek is de platenhoes, bedoeld om een indruk te geven van de muziek op de plaat. Grafisch ontwerpers grijpen daarbij vaak terug op architectonische beelden. Het is verrassend hoeveel befaamde gebouwen gebruikt zijn om muziek aan de man te brengen. Van de skyline van New York tot Centre Pompidou en met vele onverwachte liaisons. Een verrassende en interessante combinatie van hoge en lage cultuur: van Johnny Griffin tot The Singing Ambassadors, van Antonín Dvořák tot The White Stripes, van het Meteoor Kwartet tot het Alan Parsons Project. Mét werk van Aalto, Le Corbusier, Gaudí, Gabo, Niemeyer en Rietveld op de hoes.
De start van dit project was de eigen collectie. Het werd uiteindelijk een oneindige zoektocht, die nooit voltooid zal zijn. Er is gewoonweg te veel en elke keer duikt er weer een ‘parel’ op. Dit boek is dan ook niet compleet, dat is onmogelijk. Wel is geprobeerd architectuur en stedenbouw in de volle breedte te tonen, van stoel tot stad, van skyline tot suburb, met een keur aan aan grafische uitingen en fantasieën. Het resultaat is een caleidoscopisch overzicht van architectuurhoezen.
Laurie Anderson heeft een nummer gemaakt over Buckminster Fuller: The Big Top van de lp-box United States Live uit 1984. Een citaat: ‘When Buckminster Fuller came to Canada, he kept asking the same question: “Have you ever really considered how much your buildings actually weigh?” The Canadians took this very seriously. (Hey, we never thought of that!) He showed them pictures of domed cities, cities with no basements, no foundations. Cities that could be moved in a minute. Portable cities. Portable towns.’
Brian Eno is geïnteresseerd in klanklandschappen zoals de achtergrondmuzak die je bijvoorbeeld op vliegvelden hoort. Hij maakte het album Music for Airports. In het verlengde van Brian Eno werken ook andere musici. Battery Operated is een samenwerkingsproject van Fransman Thomas Couzinier en de Brit Wade Walker. Op de cd Chases Through Non-place zijn zij geïnspireerd door non-places: ‘modern repetitive buildings which allow no personal input/initiative, concerning the reason for being there. Non-places bear no relation to emotional or historical residues. Examples of non-places are hotel chains, leisure-parks, shopping malls, airports and so on.’
The Architect van de Engelse zangeres Jane Weaver is een nummer over een anonieme architect. Op een aanstekelijke groove zingt Jane een tamelijk algemene tekst: ‘You are the architect / You are the architect / The blueprint you made / Has now taken shape / The formulas stolen / And patterns moved. With one eye on the dancefloor and another on those sprawling existential questions, ‘The Architect’ sees Jane Weaver evolving with an aero-lite melodicism, the drum heavy vivacious pop song evokes vivid images of early Modernist art, Archigram blue-prints with a rigid back-bone of Eames worthy construction.’ In de bijbehorende videoclip is Jane te zien bij brutalistische moderne gebouwen.
De eerste grammofoonplaten waren 78-toerenplaten van schellak of bakeliet met een diameter van 30 centimeter (12 inch) of 25 centimeter (10 inch). Vrij zeldzaam zijn de 16 inch platen. Die breekbare, ronde platen rolden makkelijk van de schappen in de winkel en werden dus verpakt in een kartonnen omhulsel met een rond gat in het midden. Zo was het mogelijk het label in het midden te lezen, waarop alle relevante informatie over de plaat stond. Al gauw werden die omhulsels bedrukt met reclame voor de platenmaatschappij of de detailhandel.
De langspeelplaat van vinyl moest beter beschermd worden tegen stof en temperatuurverschillen. Daarvoor werden betere kartonnen hoezen ontwikkeld. Maar de hoes werd meer dan een puur noodzakelijke verpakking. De platenhoes werd een bron van informatie en meer en meer een middel om je mee te onderscheiden, om potentiële kopers te interesseren in de muziek of eenvoudigweg te verleiden tot aanschaf van een plaat. De ontwikkelingen in de grafische industrie maakten het bovendien eenvoudig mogelijk foto’s en full color toe te passen.
In de popmuziek is het dus vanaf eind jaren zestig mogelijk en gebruikelijk de hoes te voorzien van een afbeelding die de koper moet verrassen, intrigeren, kortom nieuwsgierig maken naar de muziek op de plaat. Die de sfeer van de muziek verbeeldt of associaties oplevert met de artiesten of de muziek. Foto’s van gebouwen of steden liggen dan niet voor de hand, maar ze kunnen net zo goed als een koe in de wei of een banaan de interesse van de koper opwekken. En anders een abstracte tekening, een schilderij, een mooie foto van een historische locatie of landschap. Of een foto van een aantrekkelijke vrouw.