De verantwoordelijken doen er alles aan om ons te beschermen en de regels die vergif, straling en explosies moeten beheersen worden strenger en beter gehandhaafd dan ooit, en toch is en blijft de haven een rokende, dampende, smeulende verzameling van levensgevaarlijk goed. Daaraan herinneren ons de spookachtige wolken, de naargeestig glimmende pijpconstructies in de regen, onze tranende ogen bij het bezoek aan een kolen-carrier, ons gehoest bij het bezichtigen van de silo’s en Johan, die in een wit pak met handschoenen, stofmasker en veiligheidsbril de radio-actieve afvoerpijp van de berg uitgestort schroot haalt.